De norm voor verlichting. Een korte uitleg.

03/04/2020

In Europa is de norm EN12464-1 sedert 2011 van kracht. Deze norm behandelt werkplekverlichting in binnenruimtes en binnen deze norm worden de minimumvereisten behandeld die zijn opgelegd aan deze ruimtes. Het is dus met andere woorden een ondergrens die wordt beschreven waaraan verlichting moet voldoen op werkplekken binnen.

 

De norm zelf beschrijft een hele reeks aan toepassingen gaande van kantoorplekken tot industriële werkplekken, leslokalen etc.

 

Bij het kijken naar een project is dat dus het eerste wat we moeten doen, kijken naar de juiste toepassing. De behoeftes voor een kantoor zijn immers anders dan voor een school of een industriële werkplek.

 

Algemeen worden er per toepassing in de norm een aantal zaken voorgeschreven. In onderstaand overzicht vind je de belangrijkste :

 

  1. Wat is de minimum gemiddelde verlichtingssterkte? Met andere woorden, hoeveel lux moet er gemiddeld op het werkvlak?

  2. Wat is de minimum vereist kleurweergave? Met andere woorden hoe goed en waarheidsgetrouw worden kleuren weergegeven?

  3. Wat is de maximale verblindingsfactor van de verlichting. Hierbij wordt uitgedrukt hoeveel directe verblinding er op het oog terecht komt, uitgedrukt in een UGR waarde. Te hoge verblinding van verlichting zorgt voor snellere vermoeidheid tijdens het uitvoeren van een taak.

  4. Wat is gelijkmatigheid van de verlichting op het werkvlak? Hoe groot is met andere woorden het verschil tussen de maximale of minimale waarden ten opzichte van het gemiddelde.

Eens we de juiste toepassing hebben gedefinieerd kunnen we alle gegevens verzamelen, de juiste producten selecteren en dan het geheel via een 3D software model gaan berekenen en gaan documenteren. Belangrijk om hierbij op te merken is dat hierbij ook andere factoren van belang zijn zoals voldoende toetreding van daglicht, de kleur van muren en plafonds, … Het is dus wel wat meer dan wat stipjes op een plan zetten.

 

Voor het selecteren van de juiste toepassing is het ook van belang om wat verder te kijken dan je neus lang is, te praten met gebruikers van de werkplek en voldoende in detail te kijken. In een wasserij bijvoorbeeld spreekt de norm over 300 lux. De zone in een wasserij waar men inspecties uitvoert of nazicht doet van mogelijke vlekken, moet echter over minimum 750 lux beschikken. Onze ervaring leert dat je hier echter best naar 1000 lux gaat, met een hogere kleurweergave index en dat ook het lichtkleur van groot belang is.

 

De norm is daarom dan ook een minimum eis, die moet worden aangevuld met praktische ervaringen en een gerichte audit om tot het beste resultaat te komen.

 

In de norm wordt ook melding gemaakt van het energieverbruik van de toegepaste verlichting. De norm geeft hier voor alle duidelijkheid vooral aanbevelingen en is niet te verwarren met een energieprestatienorm. Het energieprestatieniveau van verlichting wordt uitgedrukt in aantal lumen per watt (lm/W) en geeft je een indicatie over hoeveel licht je krijgt per eenheid stroom die je verlichting verbruikt. Belangrijke bijkomende besparingen kunnen worden gerealiseerd door de verlichting ook goed aan te sturen. Sensoren en regelsystemen kunnen er voor zorgen dat er alleen maar licht is, als dat nodig is en kunnen belangrijke bijkomende besparingen realiseren.

 

Als laatste behandelt de norm ook de mogelijke veroudering van de verlichtingsinstallatie en ben je bij het ontwerp dus ook verplicht om naar de lange termijn te kijken. Veroudering van verlichting kan optreden door vervuiling van de verlichtingstoestellen en van de ruimte, maar ook door een veroudering van de verlichtingstoestellen, met een lagere lichtopbrengst tot gevolg.

 

Heb je vragen over de verlichting van je werkplek? Neem dan gerust contact op!

Vrijblijvende audit?

Een goed verlichte, genormeerde werkomgeving doet wonderen. Laat hier uw gegevens na, dan komen we langs om samen te kijken hoe we een wonder voor u kunnen verlichten.